Reisschema
  Dag 1: Heenreis
Dag 2: Las Vegas
Dag 3: Las Vegas
Dag 4: Las Vegas
Dag 5: Valley of Fire - Zion
Dag 6: Bryce Canyon
Dag 7: Grand Canyon
Dag 8: Death Valley
Dag 9: Yosemite
Dag 10: San Francisco
Dag 11: San Francisco
Dag 12: SF Discovery Kingdom
Dag 13: Great America
Dag 14: Reis naar Maui
Dag 15: Maui Ocean Center
Dag 16: Maui Whale Watching
Dag 17: Maui Road to Hana
Dag 18: Maui Feast at Lele
Dag 19: Reis naar Kona
Dag 20: Volcanoes
Dag 21: Hilo Helicopter Tour
Dag 22: Reis naar LA
Dag 23: Santa Monica
Dag 24: SF Magic Mountain
Dag 25: SF Magic Mountain
Dag 26: Universal Studio's
Dag 27: Sea World
Dag 28: Knotts Berry Farm
Dag 29: Los Angeles
Dag 30: Disneyland
Dag 31: Terugreis
 
Dag 8: Death Valley
 We're in California!
Er staat ons vandaag een lange rit in de auto te wachten dus staan we vroeg op. We gaan naar de droogste, heetste en laagstgelegen plaats van Noord-Amerika: Death Valley. Dit enorm grote national park heeft vele verschillende gezichten en bevat een aantal bewoonde gedeelten. De temperatuur kan hoogzomer oplopen tot ver boven de 40 graden, regelmatig wordt ook 50 graden gehaald. Gemiddeld valt er hier zo'n 6 cm regen per jaar.

Maar het is niet alleen de extreme temperatuur die deze vallei zo bijzonder maakt, er zijn hier enorm veel unieke bezienswaardigheden met welluidende namen zoals Furnace Creek, Stovepipe Wells en Desolation Canyon.

Het originele plan was om het hele park van zuid naar noord te doorkruizen en in Bishop te overnachten maar de bergpas van Bishop over het Sierra Nevada gebergte naar Yosimite is in mei nog gesloten. We zullen daarom halverwege afhaken en het park via het westen verlaten om een veel zuidelijker gelegen bergpas te nemen.

We hebben voldoende water, frisdrank en zoutjes mee om het een dag uit te houden hier. Onderweg slaan we wat broodjes en koffie voor het ontbijt in en tanken we de auto vol. Er zijn wel tankplaatsen in het park maar de benzine is daar bijna twee keer zo duur als rond Las Vegas.

Via Pahrump rijden we California binnen en komen we bij het plaatsje Shoshone aan de zuidingang van Death Valley. De weg is ondertussen zo goed als verlaten hier, in tegenstelling tot het vrij drukke verkeer van Vegas. De toegangsweg leidt ons over de bergketen en naar beneden het dal in. Het landschap ziet er in één keer uit zoals je je een kale woestijnvlakte voorstelt.

Het eerste dat we tegenkomen in Death Valley is de historische site van de Ashford Mill. Niet direct gerelateerd aan de schoonheid van deze omgeving maar wel aardig om eens te zien als je iets van de geschiedenis van deze plaats kent. De gebroeders Ashford hebben hier een goudmijn gexploiteerd en de ruwe erts verwerkt om elders te laten smelten. Soms zijn ze zelf in de mijn actief geweest en soms hebben ze de boel verhuurd. Veel succes hebben ze hier uiteindelijk niet gehad.

Als we weer verder rijden zitten we achter een camper die plotseling op de rem trapt en stopt. We zien een hond een paar keer de weg oversteken en terugkomen. De camper rijdt door en nu komt het beest beurtelings bij het raam van Hellen en van mij kijken of er iets te eten te scoren valt. Het blijkt geen hond te zijn maar een coyote die hier op zoek is naar iets eetbaars. Nooit gedacht dat die hier in het wild zouden rondlopen.

We passeren een paar keer een kleine zoutvlakte totdat we bij Badwater aankomen. Hier bevindt zich een groot zoutplateau op het laagste punt van de vallei: 85 meter onder zeeniveau. Er is hier permanent een plas water waar zelfs een vissoort leeft die nergens anders voorkomt. Helaas is Badwater ook meteen het druksbezochte toeristische gedeelte van het park, compleet met vlonders om het zout gemakkelijk bereikbaar te maken en een parkeerplaats met toiletten. De zoutvlakte is dan ook volkomen platgestampt, alleen aan de randen zijn de zoutkristallen nog te onderscheiden.

Een stukje verderop begint een onverhard pad naar een Natural Bridge tegen te bergwand. Na 100 meter besluiten we deze maar over te slaan. Het pad is voor onze auto erg hobbelig en onplezierig en gaat nog ruim twee mijl verder.

Wel nemen we aan de andere kant van de weg een ander onverhard pad. Deze is maar 1 mijl lang en bovendien een stuk gemakkelijker te rijden. Het leidt ons naar de Devil's Golfcoarse, een enorme zeer ongelijke vlakte met diepe kuilen en scherpe randen van zoutplilaren. Planten groeien hier niet meer. Het lopen op deze oppervlakte is niet eenvoudig en met een korte broek een gevaarlijke onderneming maar wel erg de moeite waard. Na zo'n 30 meter ploeteren kom je op plaatsen die nog niet door mensenvoeten zijn gesloopt en kun je prachtige plaatjes schieten. Eén van de bijzonderste plaatsen in Death Valley.

Terug naar de asfaltweg geeft de thermometer van de auto 99 F aan, ongeveer 37 graden. De hoogste temperatuur die wij vandaag meemaken. Het is gelukkig dus niet zo extreem heet als het in de zomermaanden kan worden.

Iets verderop komen we bij het volgende hoogtepunt van Death Valley: Artist's Drive. Deze eenrichtingsweg voert door een vulkanisch heuvellandschap met scherpe bochten waarbij zich na iedere bocht weer een nieuw kleurrijk uitzicht openbaart. De rotsen varieren van groen, bruin, wit, geel, roze tot zwart. Een sprookjesachtig gezicht wat eindigt in een overzicht over één van de zoutvlaktes in de vallei beneden.

Voor Zabriskie Point zouden we een afslag moeten nemen en weer terugrijden en omdat we nog een heel eind moeten slaan we ook dit punt over. De volgende stop is dus Furnace Creek, een oase in het midden van deze woestijn. Net als veel andere bezoekers nemen we hier onze lunch tot ons.

Nu hebben we aan de westkant van Death Valley al de hele tijd grauwe bewolking boven de bergen zien hangen. Als we de afslag nemen richting Stovepipe Wells begint het zowaar te regenen. We rijden door het Devil's Cornfield en dan blijkt dat er bij Stovepipe Well een enorme plensbui te zijn gevallen. Zodanig dat er allerlei hulptroepen in de weer zijn om het overtollige water van de weg te verwijderen en af te voeren. Zo nu en dan rijden we door 5 centimeter water. In de droogste plaats van Noord-Amerika! Die 6 cm regen per jaar is kennelijk allemaal vandaag gevallen.

Direct na deze plaats treffen we de Death Valley Sanddunes, een flinke oppervlakte van opgewaaide zandheuvels. Het zand is natuurlijk nat nu en de voetsporen zijn kilometers lang te zien. Alweer een bijzonder schouwspel.

Na het volgende plaatsje Emigrant begint de weg weer langzaamaan te stijgen en uiteindelijk verlaten we Death Valley bij het Father Crowley uitkijkpunt zonder verdere stops. Aan de onderkant van de afdaling sluiten we weer aan op de freeway 395 naar het zuiden en kunnen we tanken.

Ter hoogte van de Isabella Walker Pass Road geeft Garmin aan dat we rechtdoor moeten, terwijl ik toch vooraf had gezien dat de route via Lake Isabella korter zou zijn en qua tijd nagenoeg hetzelfde als de nog zuidelijker doorgang via de snelweg vlakbij Los Angeles. En dus slaan we rechtsaf. Nu blijkt deze weg een bijzonder bochtige route over de Sierra Nevada's te zijn en halen we bij lange na niet de snelheid die Google Maps aangeeft. We doen dus uiteindelijk veel en veel langer over de rest van de reis naar Tulare, vooral ook omdat het in minder dan een uur vanaf de afslag donker is geworden en er veel wildlife over de weg loopt. Naast een aantal herten komen we ook een stinkdier tegen en nog wat kleiner dierenspul. Wel een erg mooie route weer maar niet op dit tijdstip van de dag. Het is al 10 uur in de avond als we het hotel in Tulare bereiken en we zijn bekaf.

Death Valley is echter vele malen mooier dan ik me vooraf had voorgesteld en ik zou zeker heel graag nog een keer terugkomen om de noordkant van dit park te bezoeken.


Ontbijt voor onderweg.


En voldoende vocht mee om het in deze dorre omstandigheden vol te kunnen houden.


Onderweg van Pahrump naar Shoshone.


In de berg de letters D V.


Ruines van de Ashford Mill.


Het is niet alle dagen dat we oog in oog staan met een coyote.


De enorme zoutvlakte bij Badwater. Relatief veel volk hier.


85,5 meter onder zeeniveau.


Permanent water in de woestijn. Wel enorm zout water.


Deze vlakte strekt zich een paar kilometer uit.


Afzetting van zoutkristallen aan de buitenkant.


Een klein stukje dirtroad om bij Devil's Golfcoarse te komen.


Zover het oog reikt dit bizarre landschap.






Vlijmscherpe randen van het harde zout.


99 Fahrenheit. Het kan erger.


Even de interne zouthuishouding op peil brengen.


Uitzicht op de vallei vanaf Artist's Pallette.


Het begin van Artist's Drive.


Zoveel verschillende kleuren. De foto's doen deze route geen recht.


Zwarte vulkanische rotsblokken.


Furnace Creek is een plaats waar alles weer voorhanden is.


Lunch.


De tafels in het restaurant geven meteen een overzicht van het gehele park.


Zomaar een plaatje als we het dorp weer verlaten.


Overstromingen bij Stovepipe Wells.


Death Valley Sanddunes.




Deze weg leidt nog door een dal voordat we het park daarboven verlaten.